Real Madrid heeft een spectaculair seizoen achter de rug. Ze zijn kampioen met nog vier wedstrijden te gaan in LaLiga dankzij de overwinning op Cádiz en de ernstige uitglijder van FC Barcelona tegen Girona. Los Merengues hebben echter nog een extra motivatie om zich niet te laten meeslepen in de laatste resterende maand van de binnenlandse competitie.
Het nieuwe doel, na het winnen van hun 36e competitietitel, is niets anders dan het verbreken van het record voor het grootste puntenverschil tussen de eerste en tweede plaats aan het einde van het seizoen, dat de afgelopen 11 jaar in handen was van hun eeuwige rivalen.
Het team onder leiding van Pep Guardiola had na 38 wedstrijden 15 punten meer dan de Spaanse hoofdstedelingen. Xavi maakte deel uit van die ploeg en Sergi Roberto speelde ook enkele wedstrijden, toen nog als jeugdspeler.
Magische 100 niet meer mogelijk
In het seizoen 2012/13 evenaarde Barcelona het aantal van 100 punten die Los Blancos het jaar daarvoor hadden behaald in de 'Liga van records'. Ze scoorden ook 115 doelpunten en stonden er 40 toe.
Dat waren tijden waarin minder dan 90 punten bijna synoniem was met uit de strijd zijn voor de titel. Nu is de moeilijkheidsgraad iets afgenomen, maar Madrid kan nog steeds 99 punten halen als ze al hun resterende wedstrijden winnen.
In het verschiet ligt een zeer interessant schema om het record van Barcelona te verbrijzelen: Alavés en Real Betis in het Santiago Bernabéu en bezoeken aan Granada en Villarreal. Het team zal vanaf nu waarschijnlijk veel spelers moeten rouleren, maar zal de motivatie van de minder vaste spelers Los Merengues kunnen helpen om hun geschiedenis nog beter te maken?
Andere tijden
Als we de oude klassementen, waarin overwinningen slechts twee punten waard waren, overzetten naar het huidige formaat, dan zien we dat Real Madrid zelf het record zou houden van het grootste puntenverschil met de tweede geplaatste ploeg aan het einde van een competitie.
De club uit Chamartín won drie kampioenschappen met een verschil van 12 punten toen winnen minder waard was. De eerste twee kwamen tegen Atlético de Madrid in 1960/61 en 1962/63. De derde kwam met de overwinning op Real Zaragoza in 1974/75.