Met de galavoorstelling in en tegen Heerenveen (0-8) in het achterhoofd ging het publiek er eens goed voor zitten. De vorm en omstandigheden leken ideaal voor een kampioenschapsduel, maar er stond in het Philips Stadion ook een tegenstander op de grasmat, en ook die kwamen in prima vorm naar Eindhoven. De ploeg van trainer Jeroen Rijsdijk won immers vier van de vijf laatste duels. Dat gold ook voor PSV, maar daar was in het eerste kwartier weinig van te merken.
Sparta liet in de openingsfase prima teamspel zien en kwam verdiend op een 0-1 voorsprong. Na halfslachtig ingrijpen van Malik Tillman kon Said Bakari vanaf rechts doorkomen en na een prima actie legde hij af op Metinho, die de bal vaardig langs de onzeker ogende Walter Benitez schoot (8’). De PSV-keeper stond ook in de minuten daarna te schutteren en met een beetje mazzel had Sparta de score kunnen verdubbelen uit een van richting veranderende vrije trap.
Bakayoko
Tegen de verhoudingen in en met de nodige mazzel kwamen de Eindhovenaren vrij rap op gelijke hoogte. Een hoekschop van Olivier Boscagli werd voor Jerdy Schouten met de borst naar het doel gestuurd en hobbelde via de voet van Bakari over de doellijn (19'). Het bleek de benzine die de motor van PSV nodig had. Djevencio van der Kust verspeelde in de 26e minuut de bal aan Luuk de Jong, die een paar geweldige bewegingen in huis had, het overzicht hield, en Johan Bakayoko bediende. De Belgische aanvaller is de afgelopen weken in bloedvorm en scoorde met een schuiver in de verre hoek voor de zesde competitiewedstrijd op rij.
Sparta verstopte zich echter niet en na een prima solo van Metinho lag er opeens veel ruimte en kon Koki Saito uithalen. Die had de mazzel dat Olivier Boscagli de bal met zijn kruin schampte, waardoor de bal keurig in de kruising draaide (29’) en het nog binnen het half uur 2-2 stond. De bezoekers namen wat gas terug en lieten PSV breien. Joey Veerman was drie minuten voor de pauze dichtbij een derde Eindhovense goal met een punter die centimeters over de deklat ging.
Tweede helft
Na rust was het uiteraard wachten op een treffer van PSV die zekerheid zou geven op de titel. Dat dit niet zomaar zou gebeuren was ondertussen wel duidelijk. Sparta toonde zich negentig minuten een waardige tegenstander, maar stond niet op te letten bij een vrije trap van Joey Veerman. Mike Eerdhuijzen was een paar stappen te laat, waardoor Boscagli simpel kon afronden en daarmee zijn eigen doelpunt uit de eerste helft wegpoetste. Met twee doelpunten marge voor het kampioenschap drong daarmee ook op de tribunes het besef door dat dit niet meer mis kon gaan.
Terwijl Hans van Breukelen zich klaar kon gaan maken om dé schaal uit te gaan reiken gaf Jordan Teze het feestje extra glans. Een minuut nadat Luuk de Jong het veld geblesseerd moest verlaten, stak diens vervanger – Ricardo Pepi – de 24-jarige verdediger weg. Eenmaal op stoom was hij niet meer bij te halen en was Nick Olij kansloos. Daarmee werd een klap gegeven op het scenario waar iedereen met een PSV-hart rekening mee hield. Na 2017/18 zijn de Brabanders weer de beste voetbalclub van Nederland.
